“Wij kunnen niet op de stoel van de ondernemers gaan zitten, maar we hebben behoorlijke invloed."
José van Gerven - projectleider agrofood innovaties
“Zelf ben ik niet zo inhoudelijk gedreven, ik ben niet zo’n idealist. Ik heb collega’s die dat veel meer zijn” begint José haar interview. José gooit haar winkelmandje niet vol met alleen maar biologische producten. Ze wil gewoon innovatieve dingen voor elkaar krijgen met gedreven ondernemers. Door haar Brabantse achtergrond heeft ze wel de liefde voor lekker eten, samen aan tafel en de moestuin meegekregen. Dus zo verwonderlijk is het niet dat ze in de agrofood wereld terecht is gekomen. José geniet van innoveren met ondernemers en krijgt veel voor elkaar. ‘Methode José’ noemen sommige collega’s haar aanpak om beleidsplannen te vertalen naar uitvoering. En dan komt dat idealisme vanzelf, want inmiddels is José’s droom dat heel Nederland biologische melk drinkt.
Wat zijn jullie ambities op het gebied van circulariteit. Waar zetten jullie op in?
Centraal in de circulaire landbouw staan: herstel van biodiversiteit, verbeteren van de kwaliteit van bodem en water en het sluiten van kringlopen. Wat er ook bij hoort is het bevorderen van biologische en natuurinclusieve landbouw en inzetten op duurzame verdienmodellen. We ontwikkelen als provincie instrumenten die eraan bijdragen dat boerenondernemers in 2030 klaar zijn voor de toekomst. De plannen kun je lezen in onze Kadernota Agrifood 2021-2030 ‘Toekomst voor de Gelderse boer’. We hebben deze nota opgesteld met boeren en specialisten uit de sector, en we betrekken hen ook volop bij de uitwerking. Ook zetten we in op grote retail en food bedrijven. Zij hebben veel macht, maar daar kan je als provincie wel invloed op uitoefenen. Bijvoorbeeld door hen uit te dagen om de positie van boeren in de keten te versterken.
Ons Uitvoeringsplan Circulaire Economie is behoorlijk ambitieus. Agrofood is samen met de bouw goed voor 80% van het grondstoffengebruik in onze provincie. Daarom willen we vooral in deze sectoren het verschil maken in het behalen van onze klimaatdoelen. Die behalen we tenslotte het snelst als we ons grondstofgebruik naar beneden weten te krijgen.
Jullie wilden biologische landbouw stimuleren en toen waren jullie ineens klanten aan het verleiden biologische melk te kopen. Hoe ging dat?
Als er meer biologische producten worden gekocht, wordt biologische landbouw een aantrekkelijker alternatief voor boeren. Het begon bij een eenvoudige vraag: hoe kunnen we de consument verleiden om vaker voor biologische producten te kiezen? Met de pilot ‘Biologische Melk in de Supermarkt’ wilden we hier als provincie achter komen. We hebben een experiment uitgedacht: in twee supermarkten hebben we tien weken lang interventies gepleegd om de consument te bewegen biologische melk te kopen. Bijvoorbeeld door op de schapkaartjes de voordelen van biologische melk te communiceren (‘Biolekker voor je’ en ‘Goed voor de biodiversiteit’). Ook werd drie weken lang de prijs van alle biologische melk verlaagd tot het niveau van de laagst geprijsde melk. Het verschil hebben wij als provincie bijbetaald. De opvallende conclusies van het onderzoek waren dat de consument goed te verleiden is tot het kopen van biologische melk en dat dit supermarkten niet meer geld hoeft te kosten door te kiezen voor een prominentere positionering in het schap.
Zo’n experiment doe je als provincie niet alleen. Je hebt experts nodig, leveranciers en in dit geval, supermarkten. We hebben een retailexpert ingeschakeld en we betrokken Bionext en Eko Holland, ketenpartners op het gebied van biologische landbouw en biologische melk. De samenwerking met goede partners en hen betrekken bij het hele proces is een doorslaggevende factor voor succesvol werken aan de circulaire transitie. Je moet een goede netwerker zijn als je de circulaire economie wil laten slagen in je regio.
Je moet ook nooit stoppen na een pilot. Juist dan moet groter gaan denken en als provincie je ambities laten zien. Als wij in Gelderland de retailers en klanten kunnen verleiden dan moeten we heel Nederland toch aan de biologische melk kunnen krijgen? We gaan daarom landelijke partners betrekken, zoals de brancheorganisatie van supermarkten en foodservicebedrijven (het CBL), de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie en het Ministerie van LNV. Inmiddels verkopen Plus supermarkten alleen nog maar biologische melk.
Jullie zetten met maar liefst 800.000 euro serieus in op minder vlees, meer plantaardig en minder voedselverspilling. Waaraan besteden jullie dat?
Wij willen dat alle horeca, zorg, retail en catering in de provincie minder vlees en meer plantaardig voedsel gaan serveren en minder gaan verspillen. Wij kunnen natuurlijk niet voorschrijven wat er op hun menu komt te staan en wij kunnen ook niet sturen op hun inkoopbeleid. Maar we dagen de doelgroep wel uit om met een plan te komen om dit te realiseren. We zoeken nu een consortium aan partijen die samen met onze horeca, zorg, retail en catering aan de slag gaat om op een innovatieve wijze alle menu’s te verduurzamen. Wij zoeken bijvoorbeeld partijen die voedselverspilling kunnen verminderen door slimme weegtools te installeren in prullenbakken van de keukens, zodat mensen bewust worden van de hoeveelheid weggegooid voedsel. Of partijen die trainingen en workshops kunnen aanbieden aan chefs, inkopers en bedienend personeel om het menu te verduurzamen. Wij hebben een budget van 8 ton vrij gemaakt om dit te realiseren. In de aanbesteding zorgen we er met een duidelijk programma van eisen voor dat de inschrijvers met hun plannen gezamenlijk een zo groot mogelijke impact gaan realiseren.
Natuurinclusieve landbouw hebben jullie concreet gemaakt door boeren te stimuleren om bomen en struiken te planten op hun akkers. Hoe zijn jullie te werk gegaan?
Ja precies, agroforestry noemen wij dat. Bij veeteelt kun je aan voederbomen denken waar koeien van kunnen eten of aan kippen die tussen de struiken scharrelen. Agroforestry is een manier om meer natuurinclusief te boeren en heeft talloze voordelen. Zo zorgt het voor meer biodiversiteit, betere bodemvruchtbaarheid en het verhoogt de productie. Daarbij kunnen gewassen beter tegen droogte, extreme neerslag of ziektes.
Een voedselbos is de meest complexe vorm van agroforestry en voor boeren vaak een te grote omslag. We hebben dit behapbaar gemaakt en hebben een netwerk helpen opzetten waarbij inmiddels 75 boeren zijn aangesloten, 5 landgoederen en een 20-tal gerelateerde organisaties. Dit Agroforestry Netwerk Gelderland ondersteunt boeren bij de omschakeling naar agroforestry door het organiseren van events en bijeenkomsten en het financieren van een bedrijfsplan. Tien boeren konden zich aanmelden voor eerste ondersteuning. Er meldden zich meteen 19 aan. We zijn toen natuurlijk razendsnel op zoek gegaan naar extra financiering.
Naast agroforestry hebben we ook het platform voor natuurinclusieve landbouw. Dit platform laat boeren alle mogelijkheden van natuurinclusieve landbouw zien en helpt ze een eerste stap te zetten. Boeren kunnen samen met het platform een bedrijfsplan ontwikkelen gericht op biodiversiteit, kringlopen, bodem of water. Bedrijfsplannen kunnen gaan over het telen en vermarkten van streekproducten, het inzaaien van akkerranden, regionale kringlooplandbouw en het verbeteren van de bodem of waterkwaliteit. Naast helpen met een bedrijfsplan moedigen wij boeren ook met vouchers aan om de stap te zetten naar natuurinclusiever boeren.
Het is voor boeren niet altijd makkelijk om te innoveren. Vaak ontbreekt het hen aan tijd, netwerk, kennis of geld om dit effectief te kunnen doen. Zogenaamde agro-innovatiemakelaars kunnen helpen. Dat zien we bijvoorbeeld bij de Innovatie Coöperatie van de gemeente Lochem en de Cleantech regio. Agro-innovatiemakelaars helpen agrariërs om een innovatieplan te realiseren. Zij bieden een netwerk van ondernemers, kennispartijen, overheden, zij delen kennis en weten de weg naar subsidies.
Jullie willen de voedselverspilling terugdringen. Hoe pakken jullie dat aan?
Vorig jaar zouden we de Gelderse Foodwaste Challenge houden voor de horeca. Deze challenge is een initiatief van de Rabobank. Helaas gooide corona roet in het eten. Maar wij zaten niet bij de pakken neer en bedachten waar we nog meer het verschil konden maken. Nu is brood een van de meest verspilde producten: in Gelderland hebben we het dan over 20 miljoen kilo brood per jaar! Die verspilling vindt niet alleen thuis plaats maar er is ook sprake van een grote retourstroom. We hebben warme bakkers, grote broodfabrikanten en supermarkten daarom uitgedaagd om hun broodverspilling terug te dringen. Een mooi voorbeeld is de verkoop van vers ingevroren brood waarmee in een supermarkt de retourstroom brood met 60% afnam. Deelnemers aan het programma dat wij financieel mogelijk maken vonden nog andere oplossingen zoals korting geven op brood dat niet verkocht dreigt te worden, minimaal inkoopbeleid voeren en verspillingscoaches inzetten om klanten te adviseren. Inmiddels is de horeca weer open en gaan we alsnog de Gelderse Foodwaste Challenge oppakken.
Hoe werken jullie samen met andere decentrale overheden?
We werken heel veel samen met decentrale overheden, bijvoorbeeld bij het stimuleren van korte ketens. Gemeenten spelen een belangrijke faciliterende rol bij het bevorderen van lokale ketens. Wij hebben daarom het Gelders Kennisnetwerk Voedsel opgezet. Het biedt gemeenten de beste voorbeelden uit de regio, tips en adviezen waarmee zij aan de slag kunnen. Gemeenten kunnen het netwerk inschakelen als ze samenwerkingen willen organiseren met buurgemeenten of met lokale ondernemers. Via onze POP-subsidieregeling (Europese subsidie) hebben gemeenten een ‘korte keten-coördinator’ aan kunnen stellen. Inmiddels heeft de helft van de Gelderse gemeenten een voedselcoördinator.
Er zijn veel meer voorbeelden van samenwerking met decentrale overheden. In veel van de projecten rondom natuurinclusieve landbouw zit bijvoorbeeld ook een waterschap aan tafel. Onze werkvelden zijn nauw aan elkaar verbonden. Ik kan alleen maar aanmoedigen om ook als decentrale overheden meer samen te werken.
Wat is jullie rol in het verwaarden van reststromen?
We stimuleren onder andere circulair veevoer. Regionale agrifood reststromen die niet direct benut kunnen worden voor menselijke consumptie zitten boordevol waardevolle componenten voor bijvoorbeeld veevoer. Wij dagen samen met de Regio Foodvalley en Boer aan het Roer veevoederproducenten uit om circulair veevoer te produceren. Dat kan bijvoorbeeld ook door bij te mengen met insecten. Dit zou de import en dus de productie van soja kunnen verkleinen. Voor FoodvalleyNL zien we hier (intern)nationaal een belangrijke rol weggelegd om nieuwe ketens te bouwen.
Het verwaarden van reststromen is ook opgepakt door de ROM’s. Zij zijn gezamenlijk met het thema ‘Voedselwaarde’ aan de slag gegaan om business cases te realiseren die bijdragen aan een hoogwaardiger gebruik van (groene) grondstoffen en het tegengaan van verspilling in de keten. Zo heeft een aantal Gelderse bakkers met een hekel aan voedselverspilling Bakkersgrondstof opgericht. Zij toveren oud brood om in broodmeel. En MaGie Creations maakt vanuit de afvalstroom van een bierbrouwerij duurzaam voer voor melkvee. Bij het opzetten van zo’n bedrijf komt veel kijken en deelname aan een Business Innovation Food Program is dan een uitkomst.
Zo krijgt het verwaarden van reststromen sneller een goed ver - dienmodel. De provincie Gelderland ondersteunt de ROM Oost NL met provinciale middelen, maar helpt ondernemers die met innovaties aankloppen bij de ROM met innovatieregelingen zoals EFRO, MIT en Interreg Programma’s. •