Beleid
Van ambitie naar actie: zo maak je circulariteit uitvoerbaar
Bijna alle gemeenten en provincies hebben circulaire ambities, maar lang niet allemaal beschikken over een concreet actieplan. In dit artikel lees je over: Hoe je goed beleid maakt, wat de kenmerken zijn van een goede uitvoeringsagenda en hoe je van plannen naar realisatie in de praktijk komt
Hoe maak je beleid?
Er zijn verschillende manieren om je beleid voor circulaire economie vorm te geven, afhankelijk van lokale situatie en ambitie:
Een uitvoeringsagenda op basis van projecten is vooral handig voor gemeenten die net starten met circulaire economie: door te beginnen met concrete projecten – bijvoorbeeld op het gebied van circulaire bouw, inkoop of afvalreductie – wordt de transitie tastbaar en urgent. Zo ontstaan snel zichtbare successen en waardevolle praktijkervaring, terwijl projecten bovendien andere sectoren inspireren om mee te doen.
Voorbeeld:
De gemeente Diemen heeft haar circulaire (start)projecten op een rijtje gezet.
Voordelen:
- Snel concrete resultaten en praktijkervaring
- Mogelijkheid om draagvlak stapsgewijs op te bouwen
- Goede zichtbaarheid
- Zorgt voor energie en draagvlak bij (regio-)partners
- Vanuit projecten, kennis en ervaring beleid gaan ontwikkelen
Nadelen:
Moeilijk om regionaal of structureel op te schalenProducenten moeten verantwoordelijk worden voor afvalstromen – een kans voor decentrale overheden om uitvoerende partners te zijn.
Risico dat losse projecten niet goed verankerd worden in breder beleid.
Projecten kunnen versnipperd raken zonder overkoepelend kader
Sommige gemeenten baseren hun circulaire beleid direct op de landelijke transitieagenda’s. Dat geeft structuur en sluit goed aan bij de vijf nationale thema’s – Bouw, Kunststoffen, Biomassa & Voedsel, Maakindustrie en Consumptiegoederen – waardoor lokale plannen stevig verankerd zijn in landelijke doelen en samenwerking met andere partijen eenvoudiger wordt.
Voorbeeld:
De gemeente Alkmaar vertaalde de nationale transitieagenda naar een eigen uitvoeringsagenda met concrete acties en meetbare doelen op de thema’s bedrijven, bouw & infra, consumptiegoederen en voedsel & biomassa.
Voordelen:
- Sluit naadloos aan bij landelijke ambities en instrumenten
- Biedt een heldere structuur en maakt prioriteiten stellen eenvoudiger
- Maakt gebruik van bestaande kennis, netwerken en subsidies
- Vergemakkelijkt monitoring en aansluiting op landelijk beleid
Nadelen:
- Kan te generiek blijven, waardoor maatwerk nodig is voor uitvoerbaarheid
- Risico dat lokale context en urgente opgaven minder aandacht krijgen
Een circulaire economie bereik je niet alleen. Samenwerken is essentieel. Toch zijn veel gemeenten nog zoekende naar de juiste samenwerking. Regionale kennisdeling en gezamenlijke beleidsvorming maken het effectiever. Gemeenten en provincies kunnen gezamenlijk beleid opstellen, waarin ze hun circulaire doelstellingen afstemmen en bundelen. Door regionale samenwerking benut je elkaars kennis, schaalvoordelen en uitvoeringskracht.
Voorbeeld:
Beleid Circulaire Economie 2025-2028 van 13 Zeeuwse gemeenten. Dit initiatief is baanbrekend: alle 13 Zeeuwse gemeenten, de Provincie Zeeland en het Overleg Zeeuwse Gemeenten (OLAZ) hebben gezamenlijk een beknopt en uitvoeringsgericht beleidsplan opgesteld voor Bouw en Gebouwde omgeving, Infrastructuur, Afval & Grondstoffen en Inkoop & Consumptie. De provincie ondersteunde dit proces. Zo zorgden zij niet alleen voor een gedeelde ambitie, maar ook voor samenhang en schaalvoordeel bij uitvoering.
Voordelen:
- Gezamenlijke doelen en uitvoering zorgen voor meer impact
- Samen optrekken bij uitvoering verlaagt kosten en vergroot slagkracht
- Betere kennisdeling tussen gemeenten en provincie
- Sterker en eenduidiger signaal richting bedrijven en inwoners
Nadelen:
- Vaststelling kost veel tijd (zoals in Zeeland: 2021–2025)
- Langdurig proces van afstemming en consensus
De circulaire economie ís de toekomstige economie. Daarom integreren steeds meer overheden circulair beleid met economische beleidslijnen, zoals innovatie en werkgelegenheid. Circulaire economie wordt niet als apart beleidsterrein behandeld, maar direct verbonden met economische zaken. De economie van de toekomst ís circulair. Door CE en economisch beleid te integreren benut je innovatiekracht, werkgelegenheid en lokale bedrijvigheid optimaal.
Voorbeeld:
In de Uitvoeringsagenda Duurzame en Circulaire Economie Provincie Noord-Holland (2025-2028) wordt circulariteit stevig verankerd binnen economische ontwikkeling. Dit vergroot de kansen voor lokale ondernemers en mkb-bedrijven die circulair willen innoveren en groeien.
Voordelen:
- Duidelijke visie: er is alleen nog een circulaire economie
- Maakt het makkelijker om economische kansen te benutten
- Sterke aansluiting bij ondernemers en innovatie
- Betere verankering in regionale groei en arbeidsmarkt.
Nadelen:
- Mogelijke verkokering als circulariteit alleen binnen één afdeling belegd wordt
- Risico op een te smalle focus, waardoor thema’s als afval, ruimtelijke ordening en sociale innovatie minder aandacht krijgen
Steeds meer gemeenten en provincies kiezen ervoor om circulariteit niet alleen in aparte beleidsnota’s te behandelen, maar het direct te verankeren binnen bestaande beleidsterreinen. Denk aan bouw en gebiedsontwikkeling, grond-, weg- en waterbouw (GWW), inkoop of voedsel. Dit levert thematisch beleid op dat goed aansluit bij lokale uitdagingen en waar kennis en ambities al aanwezig zijn. Zo wordt circulariteit concreet gemaakt én beter verbonden met andere maatschappelijke doelen, zoals klimaat, werkgelegenheid en innovatie.
Voorbeelden:
- Het Groninger Ambitieweb van de gemeente Groningen is sinds 2019 standaard onderdeel van alle GWW-projecten, met eigen indicatoren om circulariteit en duurzaamheid mee te wegen. In 2024 verscheen de tweede, verbeterde versie.
- Het programma ‘Circulaire voedselsysteem’ van de gemeente Altena koppelt circulaire principes aan lokaal voedselbeleid, met aandacht voor korte ketens, minder verspilling en regionale economische versterking.
Voordelen:
- Maakt circulariteit concreet en toepasbaar in bestaande domeinen.
- Wordt gezien als vanzelfsprekend onderdeel van bestaand beleid.
- Zorgt voor continuïteit door koppeling met bestaande plannen.
- Verbindt milieudoelen met sociaal-economische kansen.
- Sluit aan bij bestaande netwerken en samenwerking.
Nadelen:
- Moeilijker om brede voortgang en impact te meten.
- Risico op versnippering zonder overkoepelende visie.
- Kan te veel blijven hangen in bestaande structuren.
- Afhankelijk van samenwerking tussen beleidsdomeinen.
Kortom, circulair beleid is belangrijk, maar het zijn vooral de uitvoeringsagenda’s en concrete actieplannen die het verschil maken. Nog niet alle gemeenten hebben zo’n uitvoeringsagenda; dat is een grote kans voor verbetering. Of je nu kiest voor regionale samenwerking, integratie met economisch beleid, projectmatige aanpak of landelijk afgeleide ambities: zorg dat je beleid concreet, uitvoerbaar en meetbaar is. Zo wordt de overgang naar een circulaire economie voor iedereen werkbaar en haalbaar.
Kenmerken van een goede uitvoeringsagenda
Nederlandse gemeenten tonen brede betrokkenheid bij de circulaire transitie. Maar in de praktijk blijkt de kloof tussen ambities en concrete uitvoering groot: slechts een klein aantal gemeenten beschikt over een volwaardige uitvoeringsagenda of actieplan.
Dat is problematisch, want de nationale doelstelling – 100% circulair in 2050 – is zo abstract en groot dat niemand daardoor weet wat die moet doen. Abstracte ambities moeten worden vertaald naar concrete, lokale actie en duidelijke verantwoordelijkheden zodat mensen handelingsperspectief hebben. Een uitvoeringsagenda is daarbij onmisbaar want die maakt de circulaire transitie van jouw organisatie behapbaar, meetbaar en werkbaar.
Een goede uitvoeringsagenda voor circulaire economie voor gemeenten en provincies heeft de volgende kenmerken:
1
Duidelijke doelen en ambities
Maak elke doelstelling SMART
- Specifiek: formuleer helder wat je wilt bereiken (bv. “20% minder restafval in 2027” i.p.v. “minder afval”).
- Meetbaar: koppel een kwantitatieve waarde of duidelijke indicator.
- Tijdgebonden: leg vast wanneer het bereikt moet zijn.
- Realistisch maar ambitieus: doelstellingen moeten haalbaar zijn, maar ook voldoende uitdagend om beweging te creëren.
- Toegewezen: wijs altijd een verantwoordelijke afdeling of persoon aan.
2
lange-korte termijn
Koppel lange termijn doelen (bv. 100% circulair in 2050) aan korte termijn tussenstappen (bv. circulair inkopen in 5 productgroepen in 2027). Zo maak je voortgang ook makkelijker zichtbaar en houd je energie vast.
3
kiezen
Bepaal wat je wel en wat je niet doet. Keuzes maken geeft focus en maakt je doelen realistisch.
4
acties
De agenda bevat een overzicht van concrete en praktische acties, zoals maatregelen of projecten, die de gemeente of provincie gaat uitvoeren, zodat beleidsambities vertaald worden naar uitvoerbare stappen.
5
framing
Formuleer circulaire doelen als winst en kansen (minder kosten, nieuwe banen, betere leefomgeving) in plaats van als regels en verplichtingen. Zo krijg je collega’s en bestuurders makkelijker mee. Leer meer over framing op de pagina ‘Draagvlak & Bewustwording‘ en in deze tool.
6
Verankering in beleidskaders
De agenda sluit aan op bestaande beleidsvisies, klimaatafspraken en grondstoffenplannen, waardoor continuïteit en consistentie worden gewaarborgd.
7
Monitoring en sturing
Er zijn duidelijke criteria voor het meten van voortgang en ruimte om beleid bij te sturen waar nodig. Dit zorgt dat doelen realistisch en haalbaar blijven en dat impact zichtbaar en meetbaar wordt.
8
Integrale aanpak
De agenda richt zich niet alleen op milieudoelen, maar ook op sociaal-economische aspecten zoals innovatie, werkgelegenheid en regionale economische versterking, wat leidt tot bredere maatschappelijke meerwaarde.
9
EIGEN ROL
Bepaal nadrukkelijk naar wat je als gemeenten of provincie zelf kan doen, zoals: inkoper, beheerder van de openbare ruimte en facilitator voor andere partijen in de stad of regio. Lees hier meer over jouw rol als decentrale overheid.
Implementeren: Hoe je van plannen naar realisatie in de praktijk komt
Een uitvoeringsagenda is pas waardevol als deze ook daadwerkelijk in praktijk wordt gebracht. Dat vraagt om duidelijke afspraken, eigenaarschap en een goede samenwerking tussen interne én externe partners. Zo maak je van papier daadwerkelijk praktijk.
Belangrijke stappen:
Intern: collega’s van economie, inkoop, ruimtelijke ordening en sociaal domein.
Extern: bedrijven, onderwijs, inwonersinitiatieven en afvalinzamelaars.
Dit vergroot draagvlak en eigenaarschap. Op de pagina ‘Draagvlak & Bewustwording‘ lees je alles over hoe je mensen aan jouw circulaire ambities verbindt.
Leg vast wie bestuurlijk én ambtelijk aanspreekpunt is.
Benoem een trekker per thema of project die voortgang bewaakt.
Koppel acties aan beschikbare budgetten of subsidies en zoek cofinanciering met partners. Lees hier meer over op de pagina over financiering.
Stel een eenvoudige set indicatoren op (bijvoorbeeld MKI, afvalreductie, aantal circulaire aanbestedingen).
Bespreek resultaten regelmatig in college of raad en stuur bij waar nodig. Bij ‘Monitoring & Evaluatie‘ leggen we je uit hoe je dit kan doen.
Sluit aan bij lopende programma’s, aanbestedingsrondes of gebiedsontwikkelingen. Zo wordt circulariteit onderdeel van de normale werkprocessen.