We hebben in Nederland ruim 8 miljoen woningen en zo’n 500.000 utiliteitsgebouwen, waarvan zo’n 80.000 gemeentelijke panden, 21 waterschapskantoren en 12 provinciehuizen. Het meest circulair is zorgen dat je geen nieuwe panden hoeft te bouwen doordat we bestaande panden goed hebben onderhouden en optimaal hebben benut. Als het niet anders kan, is circulair slopen (oogsten) een optie. Wat kan je als decentrale overheid doen om bestaande bouw circulair te krijgen?
Het bevorderen dat meer mensen in een passende woning wonen, wordt vaak niet gezien als een circulaire toepassing maar is de meest impactvolle. Er wordt immers mee voorkomen dat we onnodig gaan bouwen. “Tegenwoordig is 39% van de huishoudens een eenpersoonshuishouden en is de gemiddelde grootte van een huishouden 2,1. Terwijl maar één op de twintig huishoudens uit vijf of meer mensen bestaat, is één op de vijf huizen groter is dan 150 m2 , dat zijn 1,5 miljoen woningen. Er staan landelijk zo’n 4.000 woningen te koop op Funda die groter zijn dan 200 m2 . Als we uitgaan van 5 starters per megawoning, creëer je van de één op de andere dag ruim 20.000 wooneenheden voor starters of bijvoorbeeld senioren die voorzieningen willen delen. Gemeenten kunnen doorstroom op allerlei manieren bevorderen:
- De gemeente Nieuwegein zette eerder een verhuiscoach in die ouderen hielp doorstromen en zo de woningmarkt in beweging bracht. Senioren ouder dan 65 jaar die een grote sociale huurwoning achterlieten en kleiner gingen wonen, kregen voorrang op een woning bij de woningcorporaties.
- Daarnaast kunnen gemeenten beperkingen of zelfs een verbod doorvoeren op het samenvoegen van woningen of opkoopbescherming invoeren, zoals de gemeente Haarlem sinds 1 februari 2022 heeft ingevoerd. Meerdere gemeenten hebben recent dergelijke beperkingen ingevoerd.
- Gemeenten als Amsterdam, Utrecht , Almere, Amersfoort en Rotterdam werken met de voorrangsregeling 'Van Groot naar Beter'. Huurders die binnen de sociale huur kleiner willen gaan wonen, krijgen voorrang én blijven hetzelfde huurbedrag betalen.
Zorgen dat een gebouw langer meegaat en het dus goed onderhouden is natuurlijk de eenvoudigste manier om circulaire impact te maken. Zicht hebben op de staat en onderhoudsopgave van panden (in eigen bezit) is een relatief makkelijke eerste stap. Neem in je onderhoudsplannen circulaire toepassingen op als het gebruik maken van hergebruikte of biobased materialen. Dit is een mooie manier om praktijkervaring op te doen, te experimenteren met circulaire materialen, pilots te draaien en de circulaire kennis van je organisatie te vergroten. Deze interactieve Deense site geeft een mooi overzicht van de CO2-impact van verschillende bouwmaterialen (in het Engels).
Hergebruiken of herbestemmen van gebouwen gebeurt veel en kan bijvoorbeeld door woningen in oude kantoorpanden te creëren. De provincie Zuid-Holland zet in op het herbestemmen van leegstaande panden. Zo worden nu in Rotterdam veel leegstaande kantoorpanden ingezet voor nieuwe woningen. Ook als het gaat om leegstaand en verwaarloosd erfgoed is herbestemming een goede circulaire oplossing. Dit kan ook door zelfbouwprojecten in leegstaande panden waar moeilijk een herbestemming voor te vinden is. In 2020 werden door transformatie van bijvoorbeeld kantoorpanden naar appartementen 10 duizend woningen toegevoegd aan de woningvoorraad.
Renoveren verhoogt de waarde van panden op de korte termijn maar is ook op de lange termijn kostenbesparend. Hergebruik van onderdelen en materialen en sturen op ‘deelvervangingen’ (waardoor vervanging van het gehele gebouw kan worden uitgesteld) levert dus winst op. Dit kan meegenomen worden in de life cycle costs: alle kosten van een pand gedurende zijn levensduur. In deze kosten zitten: de initiële investering, toekomstige extra investeringen en jaarlijks terugkerende kosten, verminderd met de eventuele restwaarde.
Circulaire renovatieprojecten zijn ook mooie manieren om praktijkervaring op te doen, pilots te draaien en de circulaire kennis van je organisatie te vergroten. Je vervult meteen een maatschappelijke voortrekkersrol. Lees meer over circulair renoveren in hoofdstuk 1 van dit Handboek Circulair Renoveren. Het is geschreven voor woningcorporaties, maar zeer bruikbaar voor iedereen bij decentrale overheden die met bouwen en renoveren te maken heeft.
De gemeente Arnhem probeert zoveel mogelijk materialen te hergebruiken met haar circulaire gemeentelijke vastgoed depot. In dit depot vind je cv-ketels, tl-armaturen, deuren, close-in boilers en andere spullen die bij onderhoudswerkzaamheden van gemeentepanden vrijkomen. Lees daarover in dit interview. Zo’n depot kan je ook maken voor bouwmaterialen, een zgn. grondstoffendepot. Verschillende provincies en gemeenten werken aan zo'n depot.
Bij circulaire panden denken we vaak aan de constructie van panden, de gevel, het dak en de vloer. De inrichting van een pand gaat vaak minder lang mee. Installaties, scheidingen van ruimten, meubilair en andere spullen zoals tapijt moeten meestal sneller vervangen worden en dat kan je ook circulair aanpakken. Zo geeft de provincie Gelderland hun meubilair een tweede leven en staan in het gerenoveerde provinciehuis van Zuid-Holland biobased meubels. Waterschap Rivierenland werkte aan maximaal hergebruik van de inventaris door herbestemming (van onderdelen) en/of het opknappen van meubilair voor een vernieuwde levenscyclus. En zelfs als je geen grootse plannen hebt, maar slechts één ruimte in een gebouw moet herinrichten, kan dat circulair zoals Waterschap Vallei & Veluwe deed met herinrichting van de Veluwezaal in hun kantoorpand.
Een materialenpaspoort wordt meestal gemaakt bij nieuwbouw, maar ook voor bestaande bouw is zo’n inventarisatie zinvol: het helpt om materialen goed te kunnen hergebruiken als het gebouw aan het einde van zijn levensduur is. De gemeente Leiden brengt met een Material Flow Analysis (MFA) haar materiaalstromen in kaart. De MFA inventariseert de assets van alle beheerdomeinen van de gemeente die de komende 10 jaar worden gebouwd, gesloopt of aangepast. Met een gebouwenpaspoort dat wordt ondergebracht in het Madaster (het kadaster voor materialen) kunnen bouwdelen en materialen in de toekomst een tweede leven krijgen. Lees hier meer over het materialenpaspoort en over de toepassing voor bestaande bouw.
Als renoveren en herbestemmen geen oplossing zijn, wordt het slopen van panden een optie. Bij circulaire sloop worden materialen en grondstoffen geoogst. Deze materialen kunnen d.m.v. grondstoffenhubs op een hoogwaardige manier hergebruikt worden. Er wordt in Nederland steeds meer ervaring opgedaan met circulair slopen en delven. Zo is de provincie Gelderland dit voorjaar gestart met het circulair slopen van haar provinciegebouw, de Prinsenhof. De gemeente Leiden is op 1 januari gestart met hun circulaire sloopbeleid en is hiermee de eerste gemeente in Nederland. Verder zijn tien gemeenten in de regio Utrecht het project ‘Old School New School’ gestart waarbij materialen die gedolven worden bij de sloop van schoolgebouwen, hergebruikt worden in de bouw van nieuwe scholen. Ook bij waterschappen wordt circulair gesloopt zoals bij de RWZI Weesp.
★ “In 2025 worden al onze renovatieprojecten volledig circulair uitgevoerd.”
★ “In 2030 is van al onze gebouwen bekend welke materialen er in zitten”
★ “In 2024 stromen inwoners door naar een passende woning doordat wij stimulerende maatregelen hebben ingevoerd. daardoor hoeven wij niet onnodig te bouwen.”
Leren door gemalen en stuwen circulair te renoveren
Lees hier het interview met Rutger >>
Lees in het tijdschrift De Verschilmakers zeven circulaire praktijkverhalen van baanbrekende ambtenaren bij gemeenten, provincies en waterschappen. Deze verhalen zitten bomvol concrete tips om morgen mee aan de slag te gaan.
In deze zes podcasts gaan wij met experts in gesprek over hoe Nederland er in 2030 en 2050 uit komt te zien op het gebied van bouw, landbouw, infrastructuur, bedrijven, consumenten en afval.
In de andere edities over Bouw komen de volgende onderwerpen aan bod:
Een initiatief van:
In samenwerking met: