Bedrijven die alleen streven naar winstmaximalisatie presteren minder dan duurzame bedrijven. Dit bleek uit onderzoek van de Harvard Business School waar ondernemingen die milieu- en sociaal beleid in het dna van hun organisatie verankerd hadden, werden vergeleken met ondernemingen die alleen streven naar winstmaximalisatie. Dit maakt niet-circulaire bedrijven risicovol voor financierders.
Zo financiert de Triodos bank (vaak trendsetter onder banken als het gaat om duurzaamheidsinvesteringen) niet meer aan bedrijven die groei als enige doel nastreven. Ondernemers met een groeiwens moeten kunnen laten zien dat die groei hun sociale of milieu-impact vergroot. Duurzame en circulaire voorwaarden gaan steeds meer een bepalende rol spelen bij het verlenen van krediet of bij investeringen. Er wordt nog gewerkt aan modellen die beter kunnen voorspellen welke financiële risico’s bedrijven lopen.
Op Europees niveau wordt het beleggers makkelijker gemaakt om duurzame inversteringen te vinden. Begin 2021 is de EU taxonomie voor duurzaamheid ingevoerd. Een classificatiesysteem waarmee wordt aangegeven of een fonds, investering of financieel product duurzaam is of niet. Beursgenoteerde bedrijven en vermogensbeheerders zijn verplicht te rapporteren hoe duurzaam ze in dit systeem scoren. Het vermoeden is dat dit in de toekomst ook verplicht gaat worden voor kleine bedrijven.
In de toekomst wordt het dus waarschijnlijk heel moeilijk om nog een lening van een bank te krijgen als je niet serieus met circulaire economie aan de slag bent, omdat het risicovolle investeringen worden en banken nou eenmaal geen risicokapitaalverschaffers zijn. Leningen voor circulaire bedrijven zijn nu al regelmatig voordeliger. Meer hierover in onze podcast met de Rabobank.
Financieringen verkrijgen voor een startup of circulaire product is vaak niet makkelijk. Omdat innovatieve bedrijfsmodellen nog niet gangbaar zijn, zijn banken vaak terughoudend om een financiering te verstrekken. Decentrale overheden bieden daarom regelmatig subsidies aan om circulaire ondernemers een stap de goede richting op te helpen.
De gemeente Amersfoort, Leiden, Arnhem en Tilburg hebben bijvoorbeeld zo’n ‘circulaire subsidie’. De provincie Noord-Holland heeft het Innovatiefonds Noord-Holland en het Participatiefonds Duurzame Economie Noord-Holland (PDENH). De provincie biedt hier eigenlijk het durfkapitaal via de fondsen en verkleint daarmee het risico van een bank waardoor die een vervolgfinanciering kan bieden. Zo heeft PDENH bijvoorbeeld Circotext gefinancierd en zo geholpen de meest duurzame fabriek voor het kleuren van textiel in Europa te realiseren. Ook andere provincies hebben manieren om ondernmers in de regio financieel te ondersteunen. Zoals de provincie Gelderland met Kiemt, Circles, Boost en Op-Oost (EFRO).
Heb je geen eigen fondsen of subsidies? Wijs ondernemers dan op de (inter)nationale mogelijkheden voor financiële ondersteuning voor circulair ondernemen.
- Zowel de RVO als het Versnellingshuis hebben financieringsmogelijkheden op een rijtje gezet. De subsidie Circulaire Ketenprojecten is bijvoorbeeld specifiek voor mkb-ondernemers.
- De RVO is ook het loket voor ondernemers wat betreft Europese subsidies zoals LIFE en fondsen voor circulaire economie in steden. De provincie Gelderland helpt haar circulaire ondernemers aan financieringsmogelijkheden met deze website.
- Onze vijf Regioboeken ‘CE aanpak voor decentrale overheden’ bevatten allemaal een hoofdstuk ‘Financiering en Subsidies’ waar naast Europese en nationale subsidies en regelingen ook regionale fondsen zijn opgenomen. Dit zijn niet altijd regelingen die zich specifiek richten op circulaire economie, maar wel op het gebied van innovatie en duurzaamheid, waar CE uitstekend onder past.
- De Sustainable Finance Desk probeert één miljard euro aan circulaire initiatieven te realiseren en heeft moeite om aan geschikte initiatieven te komen.
- Het Nationaal Groenfonds investeert risicovoller dan gewone investeerders in partijen die Nederland duurzamer maken. Het Groenfonds verstrekt geen subsidie, maar leningen tegen gunstige voorwaarden voor innovatieve duurzame bedrijven.
De meeste decentrale overheden hebben op allerlei gebieden subsidies. In al deze regelingen kan je duurzame en circulaire voorwaarden toevoegen. Het vergt misschien even tijd om uit te zoeken welke mogelijkheden je allemaal hebt, maar op deze mnaier hoef je geen extra middelen te regelen: je voegt circulariteit 'gewoon' toe in bestaande financiele ondersteuning.
Er wordt vaak gedacht dat het noodzakelijk is om vooral productinnovatie te financieren bij bedrijven. Maar daar is over het algemeen voldoende van. Sterker nog: de meeste fondsen die geld beschikbaar hebben voor nieuwe circulaire innovaties zoeken naar investeringsmogelijkheden die er nog onvoldoende zijn. Hoe dat komt? De meeste ondernemers hebben onvoldoende tijd om zich te verdiepen in de mogelijkheden van een circulaire economie. Het kost vaak meer tijd om uit te zoeken welke alternatieve routes er zijn om circulaire economie toe te passen in een bedrijf dan dat geld een issue is.
Het kunnen inhuren van circulaire experts, coaches, adviseurs en specialisten die wel tijd hebben is veel effectiever. Het bijkomend voordeel is dat inhuur van specialisten ook minder duur is dan de co-financiering van een hele fabriek.
Daarnaast is het inzetten op mentaliteitsverandering en circulair handelingsperspectief bij individuele werknemers binnen bedrijven een effectieve manier om in alle processen van een organisatie circulaire innovatie te krijgen. Het financieren van inhouse trainingen is effectief.
ROM’s worden deels gefinancierd door EZ en door provincies en kunnen sturen in de focus van een regionale ontwikkelingsmaatschappij. Er zijn verschillende ROM’s zoals Oost NL of de Nom van de provincies Drenthe, Groningen en Friesland die sterk focussen op circulaire en duurzame initiatieven.
Het klinkt misschien gek, maar launching customer zijn voor een circulair initiatief is natuurlijk ook een vorm van financiële ondersteuning. Weet dan dit: Vaak is men van te voren bang dat een circulaire oplossing duurder wordt. Maar het kost het vooral even meer tijd om nieuwe dingen uit te zoeken. Als het toch daadwerkelijk duurder blijkt te worden, dan is het slim om verder te kijken dan alleen de initiële aanschafkosten, (de kosten die je maakt op dit moment dat je iets aanschaft).
Circulaire oplossingen hebben vaak minder onderhoudskosten en zijn aan het einde van hun levensfase nog meer waard (TCO).
Het heeft ook zin om met een ‘milieu kosten indicator’ te gaan werken MKI). Iets wat nu al vaak wordt toegepast bij infrastructurele projecten. Het zijn de kosten die komen kijken bij de milieuschade van een project, product of dienst, zoals uitstoot naar lucht, water of grond. Als je die kosten aftrekt van de initiële aanschafkosten is een circulair project vrijwel altijd goedkoper dan een standaard project. En ook nog eens eerlijker want van de maatschappelijke schade die optreedt bij een niet-duurzaam project komt altijd ergens anders de rekening. Bijvoorbeeld omdat mensen ongezonder worden van ongezonde lucht, water of bodemkwaliteit (voedsel).
Met (Europese) subsidies je circulaire ambities verwezenlijken.
Lees hier het interview met Adriaan >>
Lees in het tijdschrift De Verschilmakers zeven circulaire praktijkverhalen van baanbrekende ambtenaren bij gemeenten, provincies en waterschappen. Deze verhalen zitten bomvol concrete tips om morgen mee aan de slag te gaan.
In deze zes podcasts gaan wij met experts in gesprek over hoe Nederland er in 2030 en 2050 uit komt te zien op het gebied van bouw, landbouw, infrastructuur, bedrijven, consumenten en afval.
In de andere edities over bedrijven komen de volgende onderwerpen aan bod:
Een initiatief van:
In samenwerking met: