Monitoring & evaluatie

De zin en onzin van meten

Hoe weet je of je circulaire projecten ook echt resultaat opleveren? Steeds meer gemeenten en provincies willen hun voortgang meten. Daarvoor zijn inmiddels verschillende instrumenten beschikbaar, zoals Material Flow Analysis (MFA), maar vaak is het gebruik van zo’n instrument tijdrovend en kostbaar en is het lang niet altijd duidelijk wat je met de resultaten kan. Zo gaat er veel tijd en geld verloren omdat organisaties zonder duidelijke doelen en vervolgplannen gaan monitoren. Terwijl het eigenlijk helemaal niet zo ingewikkeld hoeft te zijn. Door vooraf goed na te denken over waarom je meet, voor wie je dat doet en op welk niveau, voorkom je verspilling van tijd en geld en maak je monitoring wél waardevol. Op dit platform vind je laagdrempelige manieren om vandaag nog te beginnen.

Meten: waarom, voor wie en op welk niveau?

Meten kan verschillende doelen dienen – van het scherpstellen van beleid tot het bouwen van vertrouwen bij inwoners. Veelvoorkomende redenen zijn:

  • Focus aanbrengen: waar zetten we op in, en waar niet?
  • Bepalen waar de grootste impact ligt.
  • Laten zien dat er vooruitgang is (intern én extern).
  • Verantwoording afleggen: geld en middelen worden zinvol besteed.
  • Voldoen aan duurzaamheidsrapportages en benchmarking.

Deze informatie gebruik je niet alleen voor jezelf. Bestuurders willen bewijs dat beleid rendeert, collega’s zoeken houvast, inwoners verwachten duidelijkheid, andere gemeenten/provincies gebruiken het om te leren, en management wil onderbouwde keuzes maken.

Meten kan op allerlei niveaus. Het is slim om vooraf te bepalen welk niveau aansluit bij je doel en doelgroep. Voorbeelden zijn:

  • Productniveau: hoe circulair is deze brug of weg?
  • Afdelingsniveau: bijvoorbeeld circulair inkopen of GWW-projecten.
  • Organisatieniveau: hoe circulair werkt de gemeente of provincie als geheel?
  • Regionaal niveau: hoe staat de hele regio ervoor, inclusief bedrijven en ketens?

De grootste misverstanden over monitoring

Meten klinkt vaak als dé oplossing voor alles, maar dat is het niet. Er bestaan een paar hardnekkige misverstanden die in de praktijk tot frustratie of verkeerde keuzes kunnen leiden. Goed om ze te herkennen, zodat je er niet intrapt:

  • “Door te monitoren meten we vooruitgang.”
    Niet altijd. Een dashboard kan stilstaande cijfers tonen terwijl er wél verandering plaatsvindt – of andersom.
  • “Minder grondstoffen is altijd beter.”
    Niet per se. Hergebruik kan soms tijdelijk méér grondstoffen vragen, maar levert later veel op.
  • “Meten geeft zekerheid.”
    Dat zou mooi zijn, maar de datakwaliteit is vaak (nog) zwak. We meten soms appels met peren.
  • “Iedereen wil dit wel.”
    Integendeel. Data verzamelen kan veel weerstand oproepen omdat het tijd en geld kost en de toegevoegde waarde niet altijd direct zichtbaar is.

Kortom, monitoring is geen wondermiddel voor de circulaire transitie. Het helpt je alleen vooruit als je het bewust inzet, met een concreet doel en doelgroep, en met oog voor de beperkingen én de weerstand die het kan oproepen.

Hoe monitor je als provincie de circulaire transitie?

Als provincie wil je grip krijgen op de voortgang van je circulaire projecten. Niet met nóg een dik rapport in de la, maar met concrete inzichten waar je beleid mee kunt bijsturen. Hieronder vind je vier praktische adviezen om de resultaten zichtbaar te maken en de transitie écht meetbaar te maken.

1. Meet de effecten op je leefomgeving

Circulaire economie draagt direct bij aan luchtkwaliteit, water, bodem en biodiversiteit. Toch wordt deze koppeling vaak niet gemaakt.

  • Koppel circulaire projecten aan deze indicatoren en maak gebruik van bestaande data (zoals milieukostenindicatoren van geoFluxus).
  • Neem de CO₂-component expliciet mee: zo leg je de link met de energietransitie en benut je beschikbare middelen beter.

Concreet voorbeeld: laat zien hoeveel CO₂-reductie een circulaire maatregel in de bouw oplevert, naast de energiebesparing.

2. Breng leveringszekerheid van grondstoffen in jouw regio in beeld

Prijsfluctuaties en geopolitieke afhankelijkheden hebben directe gevolgen voor je regionale economie. Als provincie kun je risico’s zichtbaar maken per sector of productgroep.

  • Analyseer prijsontwikkelingen van grondstoffen (beschikbaar via geoFluxus).
  • Breng de afhankelijkheid in kaart van kwetsbare geopolitieke gebieden.

Concreet voorbeeld: maak duidelijk hoe sterk de maakindustrie in jouw provincie afhankelijk is van import van kritieke metalen, en welke economische risico’s dat oplevert.

3. Volg de stappen van je bedrijfsleven

Bedrijven zijn de motor van de circulaire economie. Meet daarom hoe ondernemingen in je provincie stappen zetten richting toekomstbestendig ondernemen.

  • Werk met enquêtes via regionale partners (ontwikkelingsmaatschappijen, brancheorganisaties, circulaire hubs).
  • Gebruik indicatoren zoals:
    • % bedrijven met circulaire inkoopvoorwaarden
    • % bedrijven die circulaire producten aanbieden
    • % bedrijven die investeren in circulaire innovaties

Concreet voorbeeld: Friesland meet via regionale netwerken hoeveel bedrijven circulaire voorwaarden in hun inkoopbeleid opnemen.

4. Monitor houding en gedrag van mensen

De circulaire transitie is voor 70% gedragsverandering. Zonder draagvlak bij ambtenaren, bedrijven en inwoners komt de transitie niet van de grond.

  • Meet via enquêtes en steekproeven hoe circulaire principes worden toegepast in het dagelijks werk en consumentengedrag.
  • Richt je eerst op sleutelposities (bijvoorbeeld GWW-ambtenaren, inkopers in de bouw) en breid dit later uit.

Voorbeelden van indicatoren:

  • % GWW-ambtenaren dat circulaire principes toepast
  • % consumenten dat reparatie verkiest boven nieuwkoop
  • Gemiddeld aantal nieuwe goederen dat inwoners aanschaffen

Met deze vier invalshoeken kun je als provincie niet alleen rapporteren over ambities, maar vooral laten zien wat er daadwerkelijk verandert in je leefomgeving, je economie, je bedrijven en bij je inwoners. Begin klein, kies de indicatoren die het meest passen bij jouw provincie, en bouw zo stap voor stap aan een stevig monitoringskader.

Tips: zo maak je meten zinvol

1

2

3

4

5

6